• youtube
  • twitter
  • google plus icon
  • facebook
  • logo linkedin

Hoofdstuk 1
De Vijf Mysteries van het Kapitaal

 

Het sleutelprobleem is uit te vinden waarom die sector van de vroegere maatschappij, die ik zonder aarzelen kapitalistisch zou willen noemen, als onder een glazen stolp leefde, afgezonderd van de rest; waarom kon deze sector niet uitbreiden en de hele maatschappij veroveren?... [Waarom was] een significante hoeveelheid kapitaalvorming alleen in bepaalde sectoren mogelijk en niet in de hele markteconomie van die tijd?

 —Fernand Braudel, Het spel van de handel, Beschaving,
economie en kapitalisme (15e-18e eeuw) deel II

 

 bell jar

Het uur van de grootste triomf van het kapitalisme is tevens het uur van zijn crisis.

De val van de Berlijnse Muur maakte een einde aan ruim een eeuw van politieke strijd tussen kapitalisme en communisme. Kapitalisme is nu de enige realistische manier om een moderne economie rationeel te organiseren. Op dit moment heeft een land eigenlijk geen keuze meer. Ontwikkelingslanden en voormalige communistische landen hebben daarom met uiteenlopend enthousiasme hun begrotingen in evenwicht gebracht, subsidies vermindert, buitenlandse investeerders verwelkomd en importbeperkingen afgeschaft.

Hun inspanningen werden beloond met een bittere teleurstelling. De laatste vijf jaar van de 20e eeuw zijn van Rusland tot Venezuela een tijd van economische malaise, dalende inkomens, angst en bitterheid geweest; van 'hongerlijden, onlusten en plunderingen' in de scherpe bewoordingen van de Maleisische premier Mahatir Mohamad. In een recent hoofdredactioneel commentaar in de New York Times stond: 'In een groot deel van de wereld is de markt, die in het Westen na de overwinning in de Koude Oorlog de hemel werd in geprezen, een wrede plaats gebleken die tot behoedzaamheid ten aanzien van het kapitalisme en tot gevaar van instabiliteit heeft geleid.' Een kapitalisme dat alleen in het Westen triomfeert, kan een recept zijn voor een economische en politieke ramp.

Amerikanen genieten zowel van vrede als van welvaart en kunnen daardoor al te makkelijk de onrust elders negeren. Hoe kan het kapitalisme in moeilijkheden verkeren als de Dow-Jones-index hoger klimt dan Sir Edmund Hillary? Amerikanen kijken naar andere landen en zien vooruitgang, ook al is die langzaam en ongelijk verdeeld. Je kunt toch in Moskou een Big Mac eten, een Hollywood-film huren in Shanghai en het Internet opgaan in Caracas?

Maar zelfs in de Verenigde Staten kunnen de voorboden niet helemaal genegeerd worden. De Amerikanen zien dat Colombia balanceert op het randje van een grootschalige burgeroorlog tussen drugssmokkelende guerrillastrijders en repressieve militairen; ze zein een hardnekkige opstand in het zuiden van Mexico; en ze zein een belangrijk deel van de geforceerde economische groei in Azië in corruptie en chaos verdwijnen. En het meest verontrustende signaal: in de voormalige communistische landen vindt men het kapitalisme te kort schieten en staan de mensen die bij de oude regimes hoorden weer klaar om de macht over te nemen. Sommige Amerikanen zien ook in dat de al tien jaar durende economische groei voor een deel veroorzaakt wordt door de onzekerheid in de rest van de wereld, die ertoe leidt dat Amerikaanse aandelen en obligaties een veilige haven vormen voor internationaal geld.

In de zakengemeenschap van het Westen groeit de bezorgdheid dat het falen van veel landen om het kapitalisme te laten functioneren uiteindelijk ook de rijke economieën tot een recessie zal brengen. Zoals miljoenen investeerders pijnlijk hebben geleerd door het verdampen van hun fondsen in opkomende markten, is globalisering tweerichtingsverkeer: zoals landen in de Derde Wereld en het voormalige communistische blok zich niet kunnen onttrekken aan de invloed van het Westen, zo kan het Westen zich niet van die landen losmaken. Binnen de rijke landen neemt ook de oppositie tegen het kapitalisme toe. De rellen in Seattle tijdens de bijeenkomt van de Wereldhandekoranisatie in december 1999 en een paar maanden later bij de bijeenkomst van de Wereldbank in Washington gaven blijk van de woede die de groei van het kapitalisme oproept, ongeacht de uiteenlopende motieven voor die woede. Velen brengen de waarschuwingen van de economisch historicus Karl Polanyi in herinnering dat vrije markten in botsing kunnen komen met de maatschappij en tot fascisme kunnen leiden. Japan worstelt met zijn langdurigste crisis sinds de depressie van de javen '30 van de 20e eeuw. De kiezers in West-Europa stemmen op politici die een 'derde weg' beloven, waarin geen plaats is voor de L'horreur économique, zoals dat in een Franse bestseller werd gesteld.

Deze gefluisterde waarschuwingen, hoe verontrustend ze ook zijn, hebben Amerikaanse en Europese leiders er alleen maar toe aangezet om dezelfde oude boodschap tegen de rest van de wereld te herhalen: stabiliseer uw munteenheid, houd vol, negeer de voedselrellen en wacht geduldig tot de buitenlandse investeerders terugkomen.

Buitenlandse investeringen zijn uiteraard heel goed. Hoe meer hoe beter. Een stabiele munteenheid is natuurlijk ook goed, net zoals vrijehandel, transparante bankierspraktijken, het privatiseren van staatsbedrijven en elke ander medicijn uit de westerse apotheek. Maar we vergeten voortdurend dat het wereldwijde kapitalisme al eerder is beproefd. In Latijns-Amerika bijvoorbeeld heeft men ten minste vier keer sinds de onafhankelijkheid van Spanje in de jaren '20 van de 19e eeuw geprobeerd door middel van hervormingen een kapitalistisch systeem te creëren. Elke keer kwam men na de aanvankelijke euforie terug van een politiek van kapitalisme en vrijemarkteconomie. Deze medicijnen zijn duidelijk niet voldoende. Ze missen hun doel zelfs zo volkomen dat ze bijna irrelevant zijn.

Als de falen, vraagt het Westen zich meestal niet af of de methoden wel deugen, maar geeft men de schuld aan de mensen uit de Derde Wereld, die te weinig ondernemingszin zouden hebben en te weinig marktgericht zouden denken. Als welvaart niet hun diet wordt, ondanks alle uitstekende adviezen, komt dat omdat er iets met ze mis is: ze hebben de protestantse Reformatie niet meegemaakt of ze zijn verlamd door de verwoestende erfenis van koloniaal Europa of hun IQ is te laag. Maar het idee dat het succes van zulke uiteenlopende regio's als Japan, Zwitserland en Californië uit de cultuur voortkomt en dat de cultuur ook de verklaring is voor de relatieve armoede in al even uiteenlopende regio's als China, Estland en Baja California, is niet alleen onmenselijk, maar ook niet erg overtuigend. De ongelijkheid in welvaart tussen het Westen en de rest van de wereld is veel te groot om door cultuur alleen verklaard te kunnen worden. De meeste mensen willen graag de vruchten van het kapitalisme plukken, zozeer zelfs dat velen, van de kinderen van Sanchez tot de zoon van Chroesjtsjov, naar het Westen trekken.

De steden in de Derde Wereld en de voormalige communistische landen zitten vol ondernemers. Het is onmogelijk om over een markt in het Midden-Oosten te lopen, naar een dorp in Latijns-Amerika te gaan of in een taxi in Moskou te stappen, zonder iemand tegen te komen die een deal met je wil sluiten. De inwoners van die landen hebben talent, enthousiasme en een verbazingwekkend vermogen om uit vrijwel niets winst te halen. Ze kunnen moderne technologie begrijpen en gebruiken. Als dat niet zo was, zouden Amerikaanse bedrijven niet zo hun best doen om het illegaal gebruik van hun patenten in het buitenland aan banden te leggen en zou de Amerikaanse overheid zich niet zo inspannen om moderne wapentechnologie uit de handen van ontwikkelingslanden te houden. De markt is een oeroude en universele traditie: Christus joeg tweeduizend jaar geleden de handelaren uit de tempel en Mexicanen brachten hun producten lang voordat Columbus Amerika bereikte al naar de markt.

Maar als mensen in landen die overschakelen op het kapitalisme, geen meelijwekkende bedelaars zijn, niet hopeloos vastzitten in duistere gewoonten en niet de onkritische gevangenen van een disfunctionele cultuur zijn, waarom brengt het kapitalisme dan niet dezelfde welvaart die het in het Westen heeft gebracht? Waarom bloeit het kapitalisme alleen in het Westen, alsof het onder een glazen stolp zit?

In dit boek wil ik aantonen dat het grootste struikelblok voor de rest van de wereld om van het kapitalisme te profiteren gelegen is in het onvermogen om kapitaal te produceren. Kapitaal verhoogt de arbeidproductiviteit en schept de welvaart van landen. Kapitaal is het levensbloed van het kapitalistische systeem, het fundament van de vooruitgang en het enige wat de arme landen in de wereld zelf niet lijken te kunnen voortbrengen, hoe enthousiast de bevolking zich ook bezighoudt met de andere activiteiten die een kapitalistische economie karakteriseren.

 

Ik zal ook met behulp van feiten en cijfers —die ons onderzoeksteam huizenblok voor huizenblok en boerderij voor boerderij in Azië, Afrika, het Midden-Oosten en Latijns-Amerika hebben verzameld— aantonen dat de meeste armen al over het bezit beschikken om van het kapitalisme een succes te maken. Zelfs in de armste landen sparen de armen. De waarde van de spaargelden van de armen is enorm: 40 maal zo veel als alle buitenlandse hulp die over de hele wereld sinds 1945 is gegeven. In Egypte bijvoorbeeld hebben de armen een som bijeen gespaard die 55 maal zo groot is als de som van alle bekende directe buitenlandse investeringen in dat land, inclusief het geld voor het Suezkanaal en de Aswandam. In Haïti, het armste land van Latijns-Amerika, is het totale bezit van de armen ruim 150 keer zoveel waard als alle buitenlandse investeringen die sinds de onafhankelijkheid in 1804 in Haïti zijn gedaan. Als de Verenigde Staten hun budget voor ontwikkelingshulp op het door de Verenigde Naties aanbevolen niveau zouden brengen —0,7% van het nationale inkomen— zou het rijkste land op aarde meer dan 150 jaar nodig hebben om evenveel geld naar de armen over te maken dan die armen nu al bezitten.

Maar de rijkdommen die ze bezitten hebben een onvolkomen vorm: huizen zijn gebouwd op grond waarvan de eigendomsrechten niet goed zijn vastgelegd, bedrijfjes zijn niet wettelijk geregistreerd en de aansprakelijkheid is niet geregeld, industrieën zitten op plaatsen waar financiers en investeerders ze niet kunnen zien. Omdat de rechten op deze bezittingen niet duidelijk zijn vastgelegd, kunnen ze niet zo maar in kapitaal worden omgezet, niet worden verhandeld buiten de plaatselijk kring van mensen die elkaar kennen en vertrouwen, niet als onderpand voor een lening dienen of als gerbruikt werden als investering.

In het Westen daarentegen is ieder perceel grond, elk gebouw, alle apparatuur en elke inboedel omschreven in een eigendomsakte die een zichtbaar teken is van een verborgen proces dat al deze bezittingen met de rest van de economie verbindt. Door dit proces van beschrijven kan bezit een onzichtbaar, parallel leven leiden naast het materiële bestaan. Bezit kan als onderpand voor krediet dienen. In de Verenigde Staten is een hypotheek op het eigen huis van de ondernemer de belangrijkste financieringsbron voor nieuwe ondernemingen. Dit bezit legt meteen ook een verbinding met het kredietverleden van de eigenaar, is een zeker adres voor het innen van schulden en belastingen en vormt de basis voor het angaan van leningen (zoals hypothecaire obligaties) die weer doorverkocht kunnen worden. Het Westen brengt door dit proces bezit tot leven, en genereert daardoor kapitaal.

Ontwikkelingslanden en postcommunistische landen hebben deze parallelle papieren wereld van beschrijvingen niet. Daardoor zijn die landen ondergekapitaliseerd, net zoals een bedrijf ondergekapitaliseerd is als het minder aandelen uitgeeft dan er op grond van inkomsten en bedrijfsmiddelen mogelijk is. De ondernemingen van de armen zijn vergelijkbaar met bedrijven die geen aandelen en obligaties kunnen uitgeven om nieuwe investeringen en financiering binnen te halen. Zonder beschrijving op papier is hun bezit dood kapitaal.

De inwoners van de arme landen —viervijfde van de mensheid— bezitten dingen. Maar ze hebben geen toegang tot het proces dat hun bezit beschrijft en er kapitaal van kan maken. Ze hebben huizen, maar geen eigendomspapieren; oogsten maar geen akten; ondernemingen, maar geen statuten. Omdat ze geen toegang hebben tot deze essentiële beschrijving op papier, slagen deze mensen die elke andere westerse uitvinding hebben overgenomen, van paperclip tot kerncentrale, er niet in voldoende kapitaal bijeen te brengen om het kapitalisme thuis te laten werken.

Dat is het mysterie van het kapitaal. Om het mysterie op te lossen, is het noodzakelijk te begrijpen dat westerlingen kapitaal uit bezit halen door het op papier te beschrijven. Een van de grootste uitdagingen voor de menselijke geest is om zaken die we niet kunnen zien, maar waarvan we weten dat ze bestaan, tebegrijpen en te gebruiken. Niet alles wat echt en nuttig is, is ook voelbaar en zichtbaar. De tijd bijvoorbeeld bestaat, maar hij kan alleen efficiënt gebruikt worden als hij in de vorm van een klok en een kalender wordt beschreven. De mens heeft altijd systemen ven beschrijven bedacht —schrift, muzieknotatie, boekhouden— om met de geest te kunnen begrijpen wat de handen niet kunnen aanraken. De grote kapitalisten, van de uitvinders van geïntegreerde eigendomstitels en aandelen tot Michael Milken, hebben op dezelfde manier kapitaal gezien in zaken waarin anderen niets konden ontdekken, ze bedachten nieuwe manieren om het onzichtbare potentieel zichtbaar te maken, dat in de spullen zit die we verzamelen.

Op dit moment bent u omringd door straling waarmee televisiebeelden uit de Oekraïne, China en Brazilië worden uitgezonden, maar u ziet er niets van. Op dezelfde manier bent u omringd door bezit waar onzichtbaar kapitaal in zit. Net zoals de straling van de Oekraïense televisie veel te zwak is om direct gevoeld te kunnen worden, maar wel met behulp van een televisie gedecodeerd en zichtbaar kan worden gemaakt, zo kan kapitaal uit bezit worden gehaald en gebruikt. Maar alleen het Westen beschikt over het conversieproces dat nodig is om het onzichtbare zichtbaar te maken. En deze ongelijkheid verklaart waarom de westerse landen kapitaal kunnen scheppen en ontwikkelingslanden en voormalige communistische landen niet.

Het ontbreken van dit proces in deze landen, waar viervijfde van de mensheid woont, is niet het gevolg van een of andere westerse, monopolistische samenzwering. Westerlingen nemen het mechanisme als zo vanzelfsprekend aan, dat ze zich er niet bewust van zijn dat het bestaat. Hoe groot het ook is, niemand ziet het, zelfs niet de Amerikanen, Europeanen en Japanners die al hun welvaart danken aan hun vermogen er gebruik van te maken. Het is een impliciete juridische infrastructuur die diep verborgen ligt in eigendomssystemen —en eigendomsrechten vormen slechts het puntje van de ijsberg. De rest van de ijsberg bestaat uit een complex door mensen geschapen proces waarmee men bezit en arbeid in kapitaal kan omzetten. Dit proces is niet overgenomen van een blauwdruk en wordt niet in een glanzende brochure beschreven. De oorsprong is onkebend en de betekenis ligt verborgen in het economische onbewuste van de kapitalistische landen van het Westen.

Hoe kan iets dat zo belangrijk is over het hoofd worden gezien? Het is niet ongewoon dat we weten hoe iets gedaan moet worden zonder dat we weten waarom het zo werkt. Zeelui gebruikten het magnetische kompas lang voordat er een bevredigende theorie van het magnetisme werd ontwikkeld. Fokkers hadden al praktische kennis van genetica voordat Mendel de genetische principes opstelde. Begrijpen mensen werkelijk waar het kapitaal vandaan komt, ook al bloeit het Westen door de ruime beschikbaarheid ervan? Als men het niet begrijpt, bestaat er altijd het risico dat het Westen deze krachtbren in gevaar brengt. Duidelijkheid over de bron van het kapitaal zal het Westen helpen zichzelf en de rest van de wereld te beschermen op het moment dat de welvaart van nu omslaat in een crisis die, zeker zal komen —want crises komen altijd. Op dat moment zal de vraag gesteld worden die steeds klinkt tijdens een internationale crisis: wie moet betalen er voor het oplossen van de problemen?

Tot nog toe hebben de westerse landen hun systeem voor het creëren van kapitaal voor vanzelfsprekend aangenomen en de geschiedenis ervan ongedocumenteerd gelaten. Deze geschiedenis moet blootgelegd worden. Dit boek is een poging om de bron van het kapitaal opnieuw te onderzoeken om zo te ontdekken hoe het economische falen van de arme landen voorkomen kan worden. Dat falen heeft niets te maken met culturele of genetische gebreken. Wie ziet er tenslotte 'culturele' overeenkomsten tussen Zuid-Amerikanen en Russen? Niettemin hebben beide streken in de afgelopen tien jaar, toen men begon met het opbouwen van een kapitalisme zonder kapitaal, met vergelijkbare politieke, sociale en economische problemen te maken gekregen: grote ongelijkheid, zwarte economieën, alomtegenwoordige maffia, politieke instabiliteit, kapitaalvlucht, minachting voor de wet. Deze problemen komen niet voort uit de kloosters van de orthodoxe Kerk of de paden van de Inca's.

Het is ook niet noodzakelijk een postcommunistisch land of ontwikkelingsland te zijn om onder deze problemen te lijden. Hetzelfde deed zich voor in de Verenigde Staten in 1783, toen president George Washington klaagde over 'bandieten... bezig met het afromen van de melk van het land ten koste van velen.' Deze 'bandieten' waren 'krakers' en kleine, illegaal opererende zakenlieden die land bezetten dat niet van hen was. De volgende honderd jaar vochten de landbezetters voor wettelijke rechten op hun land en mijnwerkers zetten zich in voor hun claims, want eigendomswetten verschilden van stad tot stad en van kamp tot kamp. Het handhaven van eigendomsrechten leidde tot zo veel sociale onrust en tegenstellingen in de jonge republiek, dat de hoogste rechter van de Amerikaanse Hooggerechtshof, Joseph Story, zich in 1820 afvroeg of de advocaten er ooit uit zouden komen.

Klinken landbezetters, bandieten en minachting voor de wet u bekend in de oren? Amerikanen en Europeanen zeggen nu tegen de rest van de wereld: 'Jullie moeten meer zijn zoals wij.' In feite lijkt de rest van de wereld erg op de Verenigde Staten van een eeuw geleden. Noord-Amerikanen lijken vergeten te zijn dat ook zij ooit een ontwikkelingsland waren. Westerse politici stonden ooit voor dezelfde ingrijpende problemen waarmee de leiders van ontwikkelingslanden en ex-communistische landen vandaag worden geconfronteerd. Maar hun opvolgers zijn het contact kwijtgeraakt met de tijd waarin de pioniers die het Amerikaanse westen openlegden te weinig kapitaal hadden omdat ze zelden de eigendomsrechten bezaten van het land waarop ze zich vestigden en van de goederen die ze hadden; waarin Adam Smith zijn inkopen op de zwarte markt deed en Engelse straatjongetjes de muntjes opvisten die lachende toeristen op de modderige oevers van de Theems gooiden; waarin Colberts technocraten 16.000 kleine ondernemers executeerden omdat ze de Franse industriële wetten haddeno overtreden door het vervaardigen en importeren van katoenen stoffen.

Dat verleden is voor veel landen het heden. De westerse landen hebben de armen met zo veel succes in hun economieën geïntegreerd, dat ze vergeten zijn hoe ze dat gedaan hebben, hoe het scheppen van kapitaal begon in de tijd dat er, zoals de Amerikaanse historicus Gordon Wood schreef, 'iets ingrijpends plaatsvond in de maatschappij en de cultuur waardoor de aspiraties en de energie van de gewone mensen vrijkwamen op een schaal die nooit eerder vertoond was in de Amerikaanse geschiedenis.'1 Het 'iets ingrijpends' in Amerika en Europa was het opstellen van een formele eigendomswet en het uitvinden van het conversieproces waarmee kapitaal gecreëerd kan worden en dat in die wet besloten ligt.

Dat was het moment waarop het Westen de beslissende stap naar een succesvol kapitalisme zette —het hield op een privé-club te zijn; George Washingtons gevreesde 'bandieten' veranderden in de geliefde pioniers die de Amerikanen nu in hen zien.

De paradox is even helder als verwarrend: kapitaal, de essentiële component van de westerse economische vooruitgang, is de component die de minste aandacht heeft gekregen. Door verwaarlozing is het in mysteries gehuld —in vijf mysteries:

Het mysterie van de ontbrekende informatie

Liefdadigheidsinstellingen hebben zo gehamerd op de ellende en hulpeloosheid van de armen op deze wereld dat niemand ooit hun vermogen tot het vergaren van bezit heeft uitgezocht. In de afgelopen vijf jaar hebben wij, 100 collega's uit zes verschillende landen en ik, onze boeken dichtgeslagen en onze ogen geopend —we zijn in vier continenten de straat opgegaan om te tellen hoeveel de armen van de maatschappij hebben gespaard. De som bleek enorm. Maar bijna al dat bezit is dood kapitaal.

Het mysterie van het kapitaal

Dit is het sleutelmysterie en de kernvraag van dit boek. Kapitaal is een onderwerp dat denkers al drie eeuwen fascineert: Marx zei dat men verder dan de fysica moest kijken om de 'kip die de gouden eieren legt' aan te raken; Adam Smith meende dat men 'een soort weg door de lucht' moest aanleggen om bij diezelfde kip te komen. Maar niemand heeft ons verteld waar die kip zich verstopt. Wat is kapitaal, hoe wordt het voortgebracht en hoe is het aan geld gerelateerd?

Het mysterie van politiek bewustzijn

Als de armen van deze wereld zo veel dood kapitaal bezitten, waarom proberen de regeringen dan geen toegang te krijgen tot deze potentiële rijkdom? Eenvoudigweg omdat de bewijzen die ze daarvoor nodig hebben pas in de afgelopen veertig jaar beschikbaar zijn gekomen, toen miljarden mensen over de hele wereld hun leven dat op kleine schaal was georganiseerd, hebben ingeruild voor een leven dat op grote schaal is georganiseerd. De migratie naar de steden heeft in korte tijd in de arme landen een arbeidsverdeling opgeleverd en een enorme industriële/commerciële revolutie op gang gebracht —een revolutie die ongelooflijk genoeg vrijwel totaal genegeerd is.

De ontbrekende les uit de geschiedenis van de VS

Wat er in de ontwikkelingslanden en de postcommunistische landen gebeurt, heeft eerder ook in Europa en Noord-Amerika plaatsgevonden. Helaas zijn we zo gebiologeerd door het falen van zo veel landen om de overgang naar het kapitalisme te maken, dat we zijn vergeten hoe de succesvolle kapitalistische landen het gedaan hebben. Ik heb jarenlang technocraten en politici in ontwikkelde landen, van Alaska tot Tokio, bezocht, maar ze hadden geen antwoorden. Het was een mysterie. Uiteindelijk vond ik het antwoord in hun geschiedenisboeken en het meest relevante voorbeeld vormt de geschiedenis van de VS.

Het mysterie van falende wetgeving: waarom eigendomswetten buiten het Westen niet werken

Talloze landen hebben sinds de 19e eeuw de wetten van het Westen overgenomen om hun burgers het wettelijke raamwerk te bieden voor het generen van rijkdom. Ook nu nog nemen landen de westerse wetgeving over, terwijl die duidelijk niet werkt. De meeste burgers kunnen nog steeds geen gebruikmaken van de wet om hun spaargeld in kapitaal om te zetten. Waarom dat zo is en wat er gedaan moet worden om de wetgeving te laten werken, is nog steeds een mysterie.

De oplossing voor elk mysterie wordt in een afzonderlijk hoofdstuk van dit boek uitgewerkt.

De tijd is rijp om het probleem op te lossen waarom het kapitalisme zo'n succes is in het Westen en vrijwel overal elders faalt. Omdat bijna alle mogelijke alternatieven voor het kapitalisme nu zijn verdampt, bevinden we ons in een positie waarin we het kapitaal onbevooroordeeld en nauwgezet kunnen bestuderen.

 

 Holland
 Netherlands: Spectrum
Contact Us
P.O. Box 18-1420  
(511) 222-5566